maandag 17 september 2012

De liefde van de vader

Gaat de liefde van een vader door de maag? Dat lijkt er wel op als je leest over het opgroeien van Esau en Jakob. De tweeling, al in de buik van moeder Rebekka tot tegenpolen geworden, heeft elk een eigen lievelingsouder: Esau, de rossige jager, is geliefd bij zijn vader; Jakob, die liever rustig bij de tent zit, is de lieveling van moeder.
Opvallend is dat in Genesis 25, waar over de jeugd van Esau en Jakob wordt gesproken, voor Isaäks liefde voor Esau een duidelijke reden is gegeven: Esau zorgde namelijk voor wildbraad, een stevig stuk vlees voor zijn vader. Voor Rebekka's liefde voor Jakob wordt geen verklaring gegeven.
Had Rebekka haar zoon Esau niet lief? De moeders liefde is toch onvoorwaardelijk? Of kozen Isaäk en Rebekka elk voor een eigen lieveling? Toen Esau en Jakob elkaar al het leven zuur maakten in de baarmoeder, riep Rebekka uit: "Als het zo moet, waarom leef ik dan?" Een hele prettige zwangerschap was het dus niet - met beide jongens.
Opvallend is ook dat Rebekka, een van oorsprong niet-Jodin, haar zoon Jakob liefheeft. En via Jakob gaat de lijn van Israël verder. Niet via Isaäk en Esau.
Wat kan ik hierover zeggen? Enkel dat God kiest voor wie Hij barmhartig wil zijn. Zo is Hij. Gelukkig maar. Want als het aan ons ligt...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten