De
afgelopen weken is veel te doen omtrent Michelle Martin. Zij is de
ex-vrouw van kindermoordenaar Marc Dutroux. Met haar medeweten –
sterker, met haar medewerken zijn kinderen uitgehongerd, seksueel
misbruikt en ten slotte vermoord.
Wie
zoiets als vader of moeder meemaakt, omdat jouw kind een slachtoffer
is, wordt nooit meer de oude. Een kind verliezen is misschien wel het
ergste wat je als ouder kan overkomen – de details die bekend
worden over de doodsoorzaak, maken dat verlies er niet makkelijker
op.
Martin
is veroordeeld tot dertig jaar cel. Zij heeft nu zo'n zestien
vastgezeten. Ruim de helft van haar straf, wat kan leiden tot
vrijlating. Zoiets hoeft niet te gebeuren, vervroegde vrijlating of
gratie is nog altijd een gunst die je wordt verleent. Wanneer Martin
vrijkomt, mag ze niet te dicht bij de nabestaanden komen wonen.
Martin is van plan om in een clarissenklooster in Malonne te wonen.
Die
nabestaanden zijn daar niet over te spreken. Vrijdag was al een
demonstratie tegen haar komst. Ook de komende week staan diverse
bijeenkomsten en demonstraties gepland. De vrijlating is nog bij
lange na niet in kannen en kruiken – het Belgisch Openbaar
Ministerie is tegen de geplande vrijlating in hoger beroep gegaan.
Wim
Houtman, redacteur van het Nederlands Dagblad, heeft vandaag een mooi
hoofdredactioneel geschreven over Martin. Een mooie, haast poëtische
zin: “Je zult maar vader of moeder zijn van een van die meisjes, en
tot je dood moeten leven met de tergende gedachte aan je kind, dat
maandenlang in een grauwe kelder heeft gezeten, met honger en dorst,
steeds verder verzwakt, en ze bleef misschien hopen dat jij haar kwam
redden, maar je kwam niet. Dan kun je de daders nog steeds wel wat
aandoen.”
Inderdaad,
zulke emoties zijn begrijpelijk. Volgens mij ook terecht. Jouw kind
en jou als ouder zijn onrecht aangedaan. Je komt aan het leven, en
dan ook nog het leven van jonge en onschuldige meisjes. Zoiets doe je
niet, zulke dingen komen niet in je op.
Wat
Houtman mooi verwoordt, is de tweede kans, de hoop dat de dader een
ander mens wordt. Want laten we wel zijn: een gevangenisstraf laat de
dader boeten voor zijn onrecht (en terecht dat gerechtigheid
plaatsvindt). Maar dit doel is “gebaseerd op de hoop dat daders én
slachtoffers willen veranderen, niet in het misdrijf blijven hangen.
De dader door beterschap te beloven en te tonen, de slachtoffers door
niet tot in het oneindige genoegdoening te blijven eisen. Dat kan bij
deze gruwelijke misdrijven toch ook niet? Geen straf geeft de ouders
hun kinderen terug.”
Dat
laatste klopt. Ongeacht wat je doet, of je nu in een gevangenis zit
of in een klooster, de kinderen blijven de afwezige. Terecht noteert
Houtman in zijn hoofdredactioneel, dat een klooster misschien wel de
beste plek is om als mens te veranderen. Voor Martin wel een goede
plek om tot een ander mens te worden. Waar de nonnen weten wat Martin
elke dag doet. Een plek waar ook geestelijk toezicht is.
Misschien
was een ander klooster beter geweest. Een klooster in Frankrijk
bijvoorbeeld. Uit het zicht van deze ouders zonder kinderen. Maar
Frankrijk weigerde Martin. Het einde van Houtmans artikel kan ik
zeker onderschrijven, hier heeft de journalist een waar woord:
“De
clarissen van Malonne zullen ook niet op deze bijzondere gast zitten
te wachten. Maar in hun gastvrijheid tonen ze zich volgelingen van
Jezus; Hij geeft aan elke zondaar die het wil aannemen, een nieuwe
naam, witte kleren, een plek aan tafel. De samenleving mag daders
niet afschrijven en buitensluiten, maar moet hun tot hun dood de
gelegenheid geven.”
Herinner
de moordenaar aan het kruis. Terwijl hij naast Jezus hangt, heeft hij
Hem eerst belachelijk gemaakt. Maar in zijn laatste stervensuur
vraagt hij of Jezus hem wil gedenken in het paradijs. Jezus nodigt
die moordenaar op de drempel van het paradijs uit om binnen te komen.
Dat
is de christelijke praktijk: doen wat de wereld niet doet. Iets
extra's doen. Vanuit de liefde, die ons in overvloed is gegeven door
Hem die de Liefde in eigen persoon is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten