zaterdag 6 april 2013

Joodse kinderen – vermoord


Actualiteitenprogramma EénVandaag zond vandaag een reportage uit over Loods24. Deze loods in Rotterdam vormde tijdens de oorlog een verzamelplek voor joden. De Hollandsche Schouwburg van de havenstad. Ruim 6.500 joden werden via Loods24 naar de concentratiekampen afgevoerd.
Waaronder 686 kinderen.
686 kinderen, tot en met 12-jarige leeftijd.
Zo’n aantal is onvoorstelbaar. Het is volkomen absurd om mensen op basis van ras, nationaliteit, religie of huidskleur buiten of ‘naast’ de samenleving te plaatsen. We kennen die voorbeelden uit Zuid-Afrika (de Apartheid), de Verenigde Staten (seperate, but equal) en de Sovjet-Unie (religie is opium voor het volk).
En natuurlijk uit de Tweede Wereldoorlog, waar joden, zigeuners, Jehova’s Getuigen en homoseksuelen als üntermenschen werden beschouwd. En dat was voor de nazi’s (let wel: de nazi’s, niet per definitie álle Duitsers) reden genoeg om deze lagere mensen uit te bannen.
Reden genoeg voor de Endlösung.
Omdat ze joods waren. Of zigeuner. Jehova’s Getuige, misschien. Of “per ongeluk” homo. Stef Bos schreef een aantal jaar het lied ‘Daarom zijn we vrij’. Met daarin de volgende tekst:

daarom zijn wij vrij / vrij om te bewegen / vrij om zelf te kiezen / waarvoor wij willen leven
vrij om weg te gaan / vrij om hier te blijven / vrij om wat dan ook / te zeggen of te schrijven
vrij om weg te dromen / naar kastelen in de lucht / waar de vrijheid van de een / niet de ander onderdrukt
vrij om te geloven / vrij om te vertrouwen / dat je ooit op de ruïnes weer / een nieuwe stad kunt bouwen

En zo is het. Maar dat geeft de honderden kinderen die door de nazi’s zijn omgebracht, niet hun toekomst terug. Die kinderen komen nooit meer terug, evenmin hun ouders. Evenmin de kinderloze echtparen. Evenmin de alleenstaanden. Evenmin een ieder die het ongeluk had te behoren bij een ‘verkeerde mensenklasse’.
Iemand die de kinderen een gezicht heeft willen geven, is publicist Guus Luijters. In 2011 verscheen een hartverscheurend gedicht, Sterrenlied. In dit gedicht gaat Luijters “in gesprek” met Sientje Abram. Sientje werd 23 februari 1931 geboren in de Amsterdamse Rapenburgerstraat. Zij wordt 10 september 1942, elf jaar jong, vermoord in Auschwitz.
Behalve deze informatie is niets bekend over Sientje.
Het gedicht eindigt met 331 namen van kinderen, die net als Sientje woonden in de Rapenburgerstraat – en die net als Sientje zijn vermoord. Ik heb geprobeerd dat gedicht hardop te lezen. Het ging me aardig af, totdat ik begon aan de namen. Na vier namen ben ik gestopt – het lukte me niet meer.
Sterrenlied was een voorbode van Luijters grote werk  In Memoriam uit 2012. In dat boek noteert Luijters alle namen van gedeporteerde en vermoorde Joodse, Roma en Sinti kinderen (tot 18 jaar), die tussen 1942 en 1945 zijn omgebracht. Een indrukwekkend monument, staat op de achterflap van het boek. En terecht.
17.964 kinderen staan in dit boek genoemd. Een aantal met een foto. Een absurd getal. Het is het resultaat van 102 transporten naar het oosten. Met onder andere Sientje Abrams en Anne en Margot Frank.

Over een maand gedenken we de oorlog weer. Ik denk dan aan die kinderen uit Loods24 in Rotterdam. En de 331 kinderen uit de Rapenburgerstraat. En de in totaal bijna 18.000 vermoorde kinderen uit In Memoriam.
Opdat we niet vergeten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten