maandag 31 december 2012

Psalm 90



1 Een gebed van Mozes, de godsman.

Heer, u bent ons een toevlucht geweest
van geslacht op geslacht.
2 Nog voor de bergen waren geboren,
voor u aarde en land had gebaard –
u bent, o God, van eeuwigheid tot eeuwigheid.

3 U doet de sterveling terugkeren tot stof
en zegt: ‘Keer terug, mensenkind.’
4 Duizend jaar zijn in uw ogen
als de dag van gisteren die voorbij is,
niet meer dan een wake in de nacht.

5 U vaagt ons weg als slaap
in de morgen, als opschietend gras
6 dat ontkiemt in de morgen en opschiet,
en ’s avonds verwelkt en verdort.

7 Wij komen om door uw toorn,
door uw woede bezwijken wij.
8 U hebt onze zonden vóór u geleid,
onze geheimen onthuld in het licht van uw gelaat.

9 Al onze dagen gaan heen door uw woede,
wij beëindigen onze jaren in een zucht.
10 Zeventig jaar duren onze dagen,
of tachtig als wij sterk zijn.
Het beste daarvan is moeite en leed,
het gaat snel voorbij en wij vliegen heen.

11 Wie kent de kracht van uw toorn,
wie vreest oprecht uw woede?
12 Leer ons zo onze dagen te tellen
dat wijsheid ons hart vervult.

13 Keer u tot ons, HEER – hoe lang nog?
Ontferm u over uw dienaren.
14 Vervul ons in de morgen met uw liefde,
laat ons van blijdschap juichen, al onze dagen.

15 Geef ons vreugde, vergoed de dagen dat u ons kwelde,
de jaren dat wij ellende doorstonden.
16 Toon uw daden aan uw dienaren,
maak uw glorie bekend aan hun kinderen.

17 Laat ons uw genade zien, Heer, onze God.
Bevestig het werk van onze handen,
het werk van onze handen, bevestig dat.

Uit: De Nieuwe Bijbelvertaling
© 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap


zaterdag 29 december 2012

Messiaanse gemeente


Vandaag ben ik bij een messiaanse gemeente langs geweest. Deze gemeente bevindt zich in Leeuwarden aan dezelfde straat als waar ik woon. Dat lijkt me een goede reden om eens over mijn traditionele kerkmuur heen te kijken.
Ik raakte wel teleurgesteld. Was het dan zo fout wat tijdens de dienst werd geleerd en uitgevoerd? Misschien wel. Maar ik oordeel niet, ik laat mijn oordeel in het midden. En ik laat het oordeel aan degene die er een oordeel over moet hebben.
Laat ik slechts beschrijven wat ik zag.
Ik werd begroet door een man met ‘Sjabbat sjaloom’, een gezegende sabbat. In het Hebreeuws, net als de namen van Jezus (Jesjoea), de HEER (Jehoewah) en de Heer (Adonai). Puur vanwege de verbondenheid van de messiaanse gemeente met het joodse volk. Is dat erg? Nee. Wel vind ik dat na Pinksteren, de Bijbelpersonen en de Bijbel zelf in het Nederlands ook ‘volstaan’.
De messiaanse gemeente zong geen enkele psalm, enkel Opwekking en gezangen uit de messiaanse liedbundel. Is dat erg? Ja, je vermijdt daarmee Gods eigen liederen. En je doet jezelf als messiaanse gemeente tekort. Als je zo hecht aan Joodse woorden, zing dan ook psalmen.
Tijdens een van de liederen werd redelijk lang het Hallejulah Adonai herhaald. Is dat erg? In principe niet, maar het wordt wel eentonig. Het deed me denken aan een cartoon van Dokus.
De voorganger, Charlie Lengkeek, riep de gemeente op te bidden voor het koningshuis. Daar ben ik het met Charlie eens, maar niet om zijn reden. Als reden haalde Charlie de kersttoespraak van de koningin aan. Zij stelde het vertrouwen in Europa; volgens Charlie is Europa het ijzeren en lemen koninkrijk. Dit gaat te ver: de koningin is het staatshoofd en geeft met haar kersttoespraak een ontwikkeling aan die niet te houden is. Globalisering, waar de integratie van Europa onderdeel van is, kun je niet stoppen. En daarmee ook niet tégen zijn. Natuurlijk kun je wel kritische noten kraken bij Europa. Maar dat is de inhoudelijke discussie, die Charlie node mist.
Wat me vooral tegen het zere been was, was Charlies diskwalificatie van de traditionele kerken. Volgens Charlie zijn de ‘gewone kerken’ bijna minderwaardig, omdat ze niet messiaans zijn. De messiaanse beweging vormt volgens Charlie dé schakel tussen Juda (het huidige Israël) en de diaspora (christenen in de verstrooiing). In de kerken is veel misleiding, vermenging met Babylon, zoals met het kerstfeest – een combinatie van het heidendom met het christendom.
Charlie zei onder meer dat we wachten op Gods feesttijden, die de meest diepe vreugde geven, als je ze op de juiste tijd en manier doet. En natuurlijk doet de messiaanse beweging dat. Zoals met de heilige dag, waar in de kerken veel misleiding over is. Charlie en zijn medegelovigen wachten op de grote sabbat, waarop iedereen met God mag rusten, een duizendjarig rijk.
Conclusie: nee, ik geef geen conclusie of mening. In ieder geval niet zo duidelijk waarmee ik mensen kwets. Dat moet niet, mensen kwetsen. Omdat ik geloof dat ook in de messiaanse gemeente gelovige mensen leven, mensen die Christus als Verlosser hebben aangenomen.
Maar ik denk niet dat ik vaker bij deze gemeente zal buurten.
Sorry.

vrijdag 28 december 2012

De grote protestantse catechismus


Sinds deze week ben ik in het bezit van De Grote Protestantse Catechismus (GPC). Een kloek boek, van de hand van doctor Ben Wentsel. De gereformeerde PKN-predikant heeft met dit boek een onderdeel willen leveren, in de strijd tegen het Bijbelse en kerkelijke analfabetisme.
De Grote, zoals het leerboek gemakshalve wordt genoemd, telt vijftig gesprekken met en over God. Vijftig gesprekken, ongeveer gelijk aan het aantal zondagen in de klassieke catechismus. Elk gesprek wordt voorafgegaan door een vraag-gebed, waarin de leerling (degene die de vragen uit het boek stelt) met God in gesprek gaat.
De Grote probeert antwoorden te geven op de vragen van vandaag. Vragen over de islam, bijvoorbeeld. Dr. Wentsel wil niet de islam zonder meer wegzetten als een ideologie, maar juist in gesprek gaan met deze godsdienst. Wentsel heeft daarbij niet de pretentie dat de islam en het christendom elkaars gelijken zijn: het christendom onderscheidt zich wel degelijk van de islam, juist vanwege de verzoeningsleer.
Het boek van Wentsel is een protestants-katholiek leerboek. Katholiek in de zin dat het voor alle mensen beschikbaar is. Protestants niet in de zin dat het protesterende christenen tegen de Rooms-Katholieke Kerk is, maar (verrassend!): voor de waarheid getuigend (testor = ik getuig, pro = voor).
Wentsel’s catechismus telt ook een kleine variant, de Kleine Protestantse Catechismus, die voor een breder publiek toegankelijk moet zijn.
Met De Grote kan ik weer even vooruit. Ik zal te zijner tijd delen uit de GPC publiceren.

dinsdag 25 december 2012

Rikkert Zuiderveld – Pièta


om acht uur kijkt het kamerlid
nog eenmaal in de spiegel
en hij plukt het laatste pluisje van zijn pak
de jongen op de straathoek
pikt een burger bij McDonalds
en bewaart het laatste restje in zijn zak

om acht uur heeft het meisje al een klant
die liep te dwalen in de regen
na de allerlaatste trein
en ze houdt haar kleren aan
als hij zijn hoofd tussen haar borsten legt
alleen om niet alleen te hoeven zijn

en nog altijd wiegt Maria
het lichaam in haar schoot
het lichaam van haar jongen
is van marmer
hij is dood
en zuster Alma schuifelt langs
en slaat een kruis
en fluistert zachtjes: pietà
pietà pietà

om tien uur kijkt het kamerlid
nog eenmaal in het tijdschrift
waar hij minzaam lachend op de foto staat
de jongen bij McDonalds
wrijft de ochtend uit zijn ogen
en kijkt rond of hij zijn vriendje ziet op straat

om tien uur laat het meisje de meneer uit
die in slaap gevallen was
na een glas rode wijn
en ze slentert naar de buurvrouw
en deelt haar laatste blikje cola
alleen om niet alleen te hoeven zijn

en nog altijd wiegt Maria
het lichaam in haar schoot
het lichaam van haar jongen
is van marmer
hij is dood
en zuster Alma schuifelt langs
en slaat een kruis
en fluistert zachtjes: pietà
pietà pietà

om twaalf uur zoekt het kamerlid
een stoel op het caféterras
de jongen scharrelt rond bij de fontein
de man is in de trein gestapt
het meisje loopt het plein op
alleen om niet alleen te hoeven zijn

en nog altijd wiegt Maria
het lichaam in haar schoot
het lichaam van haar jongen
is van marmer
hij is dood
en zuster Alma schuifelt langs
en slaat een kruis
en fluistert zachtjes: pietà
pietà pietà


zaterdag 22 december 2012

De Vluchtkerk


In Amsterdam is sinds enkele weken de Vluchtkerk actief. Een wat orthodoxere vorm van de Pauluskerk in Rotterdam, waar Hans Visser de dominee was. De Vluchtkerk staat onder leiding van onder andere journalist Karel Smouter.
‘Vluchtkerk’ is slechts een pseudoniem. De kerk heet eigenlijk de Sint Josephkerk en staat in Amsterdam-West. In het leven geroepen om onderdak te bieden aan uitgeprocedeerde vluchtelingen.
Een op het oog sympathiek idee. Hiermee wordt duidelijk handen en voeten gegeven aan de opdracht die Jezus zijn discipelen geeft. Om de gevangenen op te zoeken, de hongerigen te voeden, de naakten te kleden, zieken bezocht.
Tegelijk een confronterende actie. Hoe staat het met de sociale kant van de kerken? Hoe orthodoxer een kerk, hoe minder zichtbaar in de samenleving, lijkt een stelregel te zijn. Maar ook, hoe bekend zijn de kerken in Nederland door hun sociale opereren in de maatschappij?
De Vluchtkerk maakt me ook ongemakkelijk. Hoe sympathiek het idee ook is, waarom maken we er zo’n heisa van? Waarom moeten ‘wij als christenen’ zo nodig laten zien dat ‘wij’ omkijken naar de zwakken? Hebben wij iets goed te maken?
Misschien moet aan de Vluchtkerk minder aandacht worden besteed dan nu. Niet dat het zo slecht is wat ze doen. Maar het effect van de Vluchtkerk (en trouwens net als de Pauluskerk) zit ‘m in wat mensen er van zeggen.
Het effect van de Vluchtkerk wint aan kracht, als een uitgeprocedeerde asielzoeker over een aantal maanden vertelt: “In Nederland werd ik als ‘ongewenst’ bestempeld, maar die christenen omarmden mij als een geliefd mens.”

dinsdag 18 december 2012

The Band - Atlantic City

Afgelopen jaar overleed drummer/zanger Levon Helm. Hij was een van de drijvende krachten achter The Band, een invloedrijke popgroep uit Canada. Tussen halverwege de jaren tachtig en halverwege de jaren negentig kende The Band een comeback. Zij namen een cover op van Bruce Springsteen, Atlantic City, waarvan deze live-versie een goede uitvoering is.
Let vooral op Levon Helm. Hij zingt, speelt mandoline en bespeelt tegelijk de hihat en bassdrum van zijn eigen drumstel.


maandag 17 december 2012

De Ester-aantekeningen


Na het lezen van het boek Ester:

Opmerkelijk is dat Ester zelf in het verhaal een middel is. Mordechai lijkt de eigenlijke hoofdpersoon. Ester wordt de nieuwe koningin, maar is in die positie een boodschapper tussen Mordechai en Ahasveros, die een veel duidelijkere rol heeft dan Ester. Mordechai verijdelt allereerst een moordaanslag op de konings leven en behoedt zijn volk voor een massaslachting. Ester wordt ingezet om als woordvoerder op te treden, een marionet namens Mordechai.
In het verhaal lijkt de onderkoning belangrijker dan de koningsvrouw, de vorstin. Maar dat is misschien een cultureel gegeven. Mordechai staat bekend als ‘de Jood’, maar Ester (ook Hadassa genoemd) staat niet als Jodin bekend. Hoe is dat gegaan bij de introductie van Ester in het meisjeskamp? Bracht Mordechai haar daar naar toe? Ging ze er zelf heen?
Esters relatie met haar pleegvader Mordechai: Ester is de dochter van Abichaïl. Die was een oom van Mordechai, hij moest oom zeggen tegen Esters vader. Mordechai en Ester zijn neef en nicht. In tegenstelling tot we altijd denken, is Mordechai niét Esters oom. Hoe zit het eigenlijk met het leeftijdsverschil?
Waarom drukt Mordechai Ester op het hart om zich vooral niét als Jodin bekend te maken?

Vanuit de Jongerenbijbel:

- er is sprake van een soort miss-verkiezing in het begin van het boek;
- de koningin hoefde niet te regeren, maar alleen mooi en sympathiek zijn;
- de koningspoort: een commercieel en bestuurlijk centrum. Dat Mordechai daar zat, geeft aan dat hij een hoge bestuurlijke functie bekleedde;
- Mordechai buigt niet voor Haman, omdat deze afstamt van Agag, een koning van de Amalekieten (zie Exodus 17: 14 – 16);
- Ahasveros is net zo vaak in een omschrijving als Haman (“iemand” en “een volk”);
- de namen van Mordechai en Ester zijn niet direct te herleiden tot het Hebreeuws, maar zijn Babylonische namen. Dit geeft de spanning aan tussen het behouden van de Joodse traditie en de assimilatie in Babylon;
- Mordechai is een afstammeling of familie van koning Saul;
- Jechonja = Jojachin/Jojakim, de gedeporteerde koning van Juda;
- koning Agag van de Amalekieten wordt verslagen door koning Saul;
- het lot werpen: de exacte manier is onbekend.

Vanuit de NBV-Studiebijbel, “Ester (Grieks)”:

- Mordechai wilde met Ester trouwen, en nam haar daarom aan als pleegdochter. Esters ader heette Amminadab;
- In de Griekse versie (de apocriefe editie) speelt God wel een expliciete rol in het verhaal.

Vanuit de Studiebijbel in Perspectief:

- niet-Bijbelse bronnen bevestigen heel wat informatie uit het boek Ester;
- de apocriefe toevoegingen stonden duidelijk niet in het oorspronkelijke verhaal;
- het boek is een bemoediging voor Gods volk in den vreemde. Ook: teruggekeerde Joden brachten soms de achterblijvers in diskrediet. Mordechai was zo’n achterblijver, maar gebruikt juist zijn positie ten gunste van de Joden in het hele rijk;
- door God niet in het verhaal te noemen, dwingt de auteur de lezer om verder te kijken en zelf de conclusies te trekken uit de feiten;
- een krachtige bemoediging voor de gelovige, voor wie God soms zo zwijgend en afwezig kan lijken. God grijpt terdege in, ook al zien we hem niet;
- hfd. 1: 22 – een taal opleggen is een cultuur opleggen. Ook mogelijk: het laatste woord hebben. Latijnse vertaling (Vulgata): ‘dit besluit zal in de taal van ieder volk worden verspreid’;
- Mordechai’s weigering om te knielen voor Haman: geeft op deze manier uitdrukking aan zijn weigering om loyaal te zijn met een zeer onrechtvaardige leider. Knielen was een gebruikelijke manier om respect te tonen voor een hoogwaardigheidsbekleder en niet hetzelfde gebaar voor afgoderij;
- Poerim valt samen met het getijde waarin goden als Marduk besluiten nemen voor het komende jaar;
- hfd 7: 8 – nu buigt Haman zelf voor een Jodin.

Vanuit De Bijbel Literair:

- de naam van JHWH ontbreekt, terwijl wel opvallend veel bijfiguren met name worden genoemd;
- Mordekai neemt plaats in het paleis, zodat hij op de hoogte blijft van alles wat er gebeurt in en rond het paleis. En zo kan hij op een dag de samenzwering tegen de koning verijdelen;
- in het maaltijd-intermezzo moet Haman Mordekai, in plaats van hem op te hangen, zijn rivaal de hoogste eer betonen, en wel op een wijze die hij voor zichzelf had gewenst;
- in de eerste helft van het boek worden bepaalde motieven geïntroduceerd, die in de tweede helft van het boek in een tegenovergestelde setting terugkomen (in spiegelbeeld);
- Omkeermotief:
à Wasti en Haman verliezen hun verheven status; Ester en Mordekai, ballingen, met een lage status, eindigen als de belangrijkste personen van het rijk;
            à het Joodse volk: van machteloos naar grote macht;
à Ester en Mordekai: eerst is Ester van Mordekai afhankelijk, later neemt Ester het heft in eigen handen;
è “omkeren” is ook een terugkerend werkwoord.