donderdag 30 mei 2013

Afscheid van de PvdA

Wie bijna een halve eeuw lid is van de Partij van de Arbeid neemt niet luchthartig afscheid. Ik heb er geruime tijd over gedacht en lang geaarzeld, maar ik heb besloten mijn lidmaatschap van de partij op te zeggen. Ik ben en blijf sociaaldemocraat. Juist daarom voel ik mij niet langer huis in de PvdA. De partij heeft zich steeds verder van de beginselen van de sociaal democratie verwijderd.

Lees verder op de website van Jan Pronk.

maandag 13 mei 2013

65 jaar Israël


Morgen viert de Staat Israël haar 65e verjaardag. Geheel tegen de verwachting in. In de voorbijgaande jaren heeft Israël veel te verduren gehad. De ene oorlog na de andere. Momenteel huizen twee vijandige volken op het grondgebied aan de Middellandse Zee.
In de week voorafgaand aan de verjaardag van de Joodse Staat heb ik het boekje ’50 jaar Israël, hoe lang nog?’ gelezen van Pim Fortuyn. Het boekje is vijftien jaar oud, en geschreven door de socioloog die drie jaar later de politiek in ging.
Wat is er in die vijftien jaar gebeurt? Fortuyn zelf maakte de overstap van publicist en wetenschapper naar de politiek – het Rotterdamse gemeenteraadslid en de lijsttrekker van de Lijst Pim Fortuyn, werd ruim een week voorafgaand aan de landelijke verkiezingen vermoord.
In 1998 was Benjamin Nethanyahu premier. Nu is Bibi opnieuw de premier van zijn land. Yasser Arafat was de onbetwiste leider van de Palestijnen. De Palestijnen vormen nu in politieke zin een sterk verdeeld volk.
De voormalige professor neemt in zijn boekje ’50 jaar Israël’ duidelijk stelling in vóór Israël. Beter gezegd, Fortuyn is een pleitbezorger voor het voortbestaan van de seculiere Joodse Staat. Niet voor niets is de ondertitel  van Fortuyns boek ‘Tegen het tolereren van fundamentalisme’.
Fortuyn is hoopvol voor Israël, ondanks alle tegenslag die de staat heeft overwonnen. En er is hoop voor het eindeloze conflict in het Midden-Oosten, waar een Koude Oorlog heerst. Strijdende partijen moeten namelijk worden verlicht: geen fundamentalisme meer, maar geseculariseerde vormen van religie.
Volgens de wijlen politicus kennen het jodendom en het christendom door de bank genomen geseculariseerde vormen. Fundamentalistische joden en christenen zijn er nauwelijks meer. En als die extreme vormen er nog zijn, is het een kwestie van tijd: dan zijn ook de laatste der Mohikanen overgegaan tot het modernisme.
Het modernisme, dat is het humanisme. Volgens Fortuyn hét antwoord op alle vormen van ideologieën. Geen einde der geschiedenis, maar respectvol omgaan met elkaar. En niet het eigen geloof tot norm verheffen. Het jodendom en christendom hebben dat in het verleden wel gedaan, maar zijn nu geseculariseerd en daarmee cultuurdragers geworden. Geen beleidsmakers over de invulling van het religieuze.
Die kant moet het Midden-Oosten ook op. Wanneer de orthodoxe joden hun nederzettingen opgeven – de joodse variant op de Zuid-Afrikaanse Boeren -, en de moslims hun religie seculariseren, is vrede in Israël nabij.
Dat er sprake is van een Koude Oorlog tussen de islam en het modernisme, is helder. Drie jaar na de publicatie van ’50 jaar Israël’, vlogen de vliegtuigen in het World Trade Center in Amerika. Een ultiem bewijs van de strijd tussen de fundamentalistische moslims en het moderne Westen: mannen met baarden die het hart van de westerse economie treffen.
En toch, Fortuyn laat mijn handen jeuken. Als hij het heeft over de secularisering van de religie. Fundamentalistische christenen – laat ik mij daar maar tot beperken – vormen een uitstervend ras, en spelen nu een marginale rol.
Ik citeer: ‘De moderniteit heeft het christendom zijn fundamentalistische tanden evenwel effectief uitgetrokken en wat daar nog van over is, is folklore en hindert ons niet. Zo mag [Leen] Van Dijke van de RPF van mij best zeggen dat hij mensen die de homoseksualiteit praktiseren verwerpelijk vindt en dat zij ingaan tegen Gods wetten. Een kennis waarop een christenfundamentalist als Van Dijke het patent heeft. En ok al zou Van Dijke het hier morgen voor het zeggen hebben, dan nog zou het leefbaar zijn, omdat het ‘gif’ van de moderniteit ook hem heeft aangetast tot in de haarvaten van zijn denken, voelen, handelen en bestaan. Christendom en jodendom vormen dus geen enkele bedreiging voor de moderniteit, op wat splintergroeperingen na, die lastig kunnen zijn maar grosso modo over te weinig slagkracht beschikken.’
Dit stoort mij. Blijkbaar heeft het christendom anno 1998 te weinig laten zien waar zij voor staat. ‘De ware christen’ is niet naar voren gekomen. De boodschap van liefde en de oproep tot bekering, omdat we van onze Schepper genade hebben ontvangen, is niet breed gedragen in de maatschappij. Wat is daar vijftien jaar later over veranderd?
Welk beeld hebben christenen in de samenleving? Zijn gelovigen, die de Bijbel nog steeds serieus nemen, inderdaad folklore? Is de Biblebelt een soort openluchtmuseum voor verloren tijden? Het wordt tijd dat we ons als christenen beter en duidelijker manifesteren.

donderdag 9 mei 2013

Bob Dylan – When He returns


The iron hand it ain’t no match for the iron rod
The strongest wall will crumble and fall to a mighty God
For all those who have eyes and all those who have ears
It is only He who can reduce me to tears
Don’t you cry and don’t you die and don’t you burn
For like a thief in the night, He’ll replace wrong with right
When He returns

Truth is an arrow and the gate is narrow that it passes through
He unleashed His power at an unknown hour that no one knew
How long can I listen to the lies of prejudice?
How long can I stay drunk on fear out in the wilderness?
Can I cast it aside, all this loyalty and this pride?
Will I ever learn that there’ll be no peace, that the war won’t cease
Until He returns?

Surrender your crown on this blood-stained ground, take off your mask
He sees your deeds, He knows your needs even before you ask
How long can you falsify and deny what is real?
How long can you hate yourself for the weakness you conceal?
Of every earthly plan that be known to man, He is unconcerned
He’s got plans of His own to set up His throne
When He returns

Copyright © 1979 by Special Rider Music

zondag 5 mei 2013

Ernst Jansz – Een Ogenblik in de Wind


als boven het vlakke land
de torenklokken slaan
in het oosten woedt er brand
alle doden tellen wij
hoe moet ik dan bestaan
maar in mijn armen lag jij
en in het westen de zee
een ogenblik in de wind
hebben wij gelopen
een ogenblik in de wind

waar de westenwind woont
en de bakens staan
waste jij mijn handen schoon
dansten kinderen op het strand
schreven wij in zoete waan
onze namen in het zand
en op kwam de zee
een ogenblik in de wind
hebben wij gelopen
een ogenblik in de wind

zo denk ik aan jou
leg mij neer in de nacht
en in leegte en kou
is jouw mantel voor mij
mijn liefde zo zacht
een ogenblik in de wind
hebben wij gelopen
een ogenblik in de wind

© 1999

zaterdag 4 mei 2013

Een handreiking


Dodenherdenking levert de laatste jaren steeds meer discussie op. Kan een gedicht over een ‘foute oom’ wel voorgelezen worden tijdens de Nationale Dodenherdenking op de Dam? Mag een burgemeester wel langs de graven van Duitse soldaten tijdens de plaatselijke dodenherdenking?
Zulke vragen liggen altijd gevoelig. En daarom erg genuanceerd. Goed en fout liggen dicht bij elkaar. Een plichtsgetrouwe Duitse soldaat is toch fout, omdat hij een verkeerde leider diende. En een Nederlander die een betere maatschappij wil, is ook fout omdat hij heult met een nazi-sympathiserende organisatie.
Maar toch. Cabaretier Pieter Derks liet vrijdagavond in De Wereld Draait Door een goede oneliner vallen: als er iets is wat we van WO-II hebben geleerd, is het dat we mensen niet moeten categoriseren in herkomst of nationaliteit.
Ook Duitse slachtoffers zijn slachtoffers van de oorlog. Niet elke Duitser was een foute nazi.
Ik moest door die opmerking van Derks denken aan twee zinnen, waarvan de ene misschien een bewerking is van de andere zin. De Nederlandse zin komt van de Zeeuw Broeder Dieleman: Rond de bocht ligt er genade. De Amerikaanse zin komt van Bob Dylan: Freedom, just around the corner for you.
4 en 5 mei: het blijft actueel.