De invoering
van de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) heeft tot een wildgroei geleid. Overal duiken
bijzondere edities op van de NBV. De Jongerenbijbel, met ‘moderne
kanttekeningen’ (aldus mijn vrijgemaakte collega Van der Heide). De Studiebijbel
en de Studiebijbel in Perspectief (dát zijn pas moderne kanttekeningen, Van der
Heide!). En natuurlijk de Zorgbijbel, de Metalbijbel, de Meidenbijbel, et
cetera.
Wanneer
tijdens een dienst het gekozen Schriftgedeelte wordt voorgelezen door een
gemeentelid, biedt mij dat de gelegenheid de gemeente rond te kijken. Het gros
van de gemeente leest mee via de beamer. Lang leve de moderne ontwikkelingen. Het
volk kan niet meer aankomen door te zeggen dat ze de Bijbel is vergeten; in
veel gemeentes wordt vrijwel alles geprojecteerd.
Een aantal
gemeenteleden leest mee uit een meegenomen Bijbel. Wel zo goed, want je kunt
makkelijker de context bekijken, en snel zelf wat opzoeken. Van die
gemeenteleden hebben sommigen een Studiebijbel of Jongerenbijbel mee. Wat ik op
zich een goede zaak vind, maar toch ook mijn twijfels bij heb.
Niet dat het
verboden is om zo’n Bijbel met kanttekeningen mee te nemen. Zulke Bijbels
kunnen je goed begeleiden in het onderwijs van de Schrift. Goed voor
persoonlijke Bijbelstudie, en voor gesprekken in de miniwijken of groeigroepen.
Maar niet
zozeer voor een kerkdienst. Af en toe bekruipt mij het idee dat ik word
gecontroleerd. Of dat de jongeren – die vaak zo’n Bijbel meenemen – om zich
heen kijken: puur om te zien of zij wel worden opgemerkt met zo’n bijzondere Bijbel.
Dat zij net een stapje verder gaan dan de rest van de gemeenteleden. Dat ze
eigenlijk net als de dominee zijn.
Nogmaals, het
is niet fout om zo’n Bijbel mee te nemen naar de kerk. Maar het geeft wel een
verkeerd signaal af.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten