De vriend die
ik vorige week sprak, liet me dit weekend een lied horen. Hij vertelde dat hij
wel wat kon met dat lied. ‘Hallelujah’ van Leonard Cohen. ‘Kijk,’ zei mijn
vriend, ‘dit lied verwoordt wat ik bedoel. Cohen heeft het in dit lied over een
koude en gebroken halleluja. Dat is wat ik mis in Opwekking, Sela en al die
nieuwe gospelmuziek.’
Ik ben hier
over gaan nadenken. En ik denk dat ik begrijp wat mijn vriend bedoelt. Volgens
mij dit: zeker de religieuze muziek moet doorleefde muziek zijn, de luisteraar
moet horen dat de zanger weet waar hij het over heeft. En dat gevoel, dat de
artiest zijn halleluja (gebroken, koud of heilig) meent en leeft, dat mist bij “Opwekking”.
Misschien hebben we het wel bij het verkeerde eind. En kennen Matthijn Buwalda, Joop Gankema en Kees Kraayenoord wel degelijk die halleluja-stemming van Leonard Cohen. Maar daar wordt dan te weinig van overgedragen.
Misschien hebben we het wel bij het verkeerde eind. En kennen Matthijn Buwalda, Joop Gankema en Kees Kraayenoord wel degelijk die halleluja-stemming van Leonard Cohen. Maar daar wordt dan te weinig van overgedragen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten