In Amsterdam
is sinds enkele weken de Vluchtkerk actief. Een wat orthodoxere vorm van de
Pauluskerk in Rotterdam, waar Hans Visser de dominee was. De Vluchtkerk staat
onder leiding van onder andere journalist Karel Smouter.
‘Vluchtkerk’
is slechts een pseudoniem. De kerk heet eigenlijk de Sint Josephkerk en staat
in Amsterdam-West. In het leven geroepen om onderdak te bieden aan
uitgeprocedeerde vluchtelingen.
Een op het oog
sympathiek idee. Hiermee wordt duidelijk handen en voeten gegeven aan de
opdracht die Jezus zijn discipelen geeft. Om de gevangenen op te zoeken, de
hongerigen te voeden, de naakten te kleden, zieken bezocht.
Tegelijk een
confronterende actie. Hoe staat het met de sociale kant van de kerken? Hoe orthodoxer
een kerk, hoe minder zichtbaar in de samenleving, lijkt een stelregel te zijn. Maar
ook, hoe bekend zijn de kerken in Nederland door hun sociale opereren in de
maatschappij?
De Vluchtkerk
maakt me ook ongemakkelijk. Hoe sympathiek het idee ook is, waarom maken we er
zo’n heisa van? Waarom moeten ‘wij als christenen’ zo nodig laten zien dat ‘wij’
omkijken naar de zwakken? Hebben wij iets goed te maken?
Misschien moet
aan de Vluchtkerk minder aandacht worden besteed dan nu. Niet dat het zo slecht
is wat ze doen. Maar het effect van de Vluchtkerk (en trouwens net als de
Pauluskerk) zit ‘m in wat mensen er van zeggen.
Het effect van
de Vluchtkerk wint aan kracht, als een uitgeprocedeerde asielzoeker over een
aantal maanden vertelt: “In Nederland werd ik als ‘ongewenst’ bestempeld, maar die
christenen omarmden mij als een geliefd mens.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten