Omdat ik geen eigen gemeente heb, reis
ik nog veel door het land. Maar ik kom altijd weer thuis. In Leeuwarden. Want de
Friese hoofdstad is mijn uitvalbasis. Voor al mijn activiteiten. Het is prettig
om ondanks het vele gereis een eigen stek te hebben.
Vossen hebben holen, de vogels hebben
nesten. De Zoon des Mensen heeft geen plek om Zijn hoofd te rusten. Hoewel Hij
woonde in Kapernaüm. En was opgegroeid in Nazareth in Galilea. Toch was Hij
altijd opgejaagd.
Zo ben ik dus niet. Wel altijd onderweg –
en in die zin lijk ik wel wat op mijn Werkgever. Met dit verschil dus, dat ik
wel ’s avonds mijn hoofd te ruste leg. Op mijn eigen bed nog wel.
Omdat ik veel uit van huis ben, ben ik
ook niet getrouwd. Niet omdat ik dat niet zou willen. Of omdat ik dat
onverenigbaar met mijn functie als voorganger. Maar puur uit een praktisch
motief: ik heb er weinig tijd voor. Of ik neem er weinig tijd voor. Zoiets kan
natuurlijk ook.
Van de week vroeg iemand naar mijn
huwelijkse staat. Er zijn toch genoeg meisjes vrouwen die als een hulp
bij u passen, dominee? Terwijl ik die vraag hoorde, moest ik denken aan een
liedje van Stef Bos, die zanger uit ‘het gereformeerde Veenendaal’.
In het lied Engjellushe bezingt Bos twee
meisjes die hem aankijken. Bos schreef het liedje in een land uit –ik geloof-
het voormalige Joegoslavië. Engjellushe en
Marinella. In het eerste couplet introduceert Bos ze als volgt:
Ze zijn overal thuis
Dus altijd een vreemde
En ik weet wat het is
Om verloren te leven
Twee kleine meisjes
Kijken mij aan
Ze zitten daar samen
En ik zing hun naam
Ik weet wat het is om verloren te leven. Ik leid geen
verloren bestaan. Zo is het niet met mij gesteld. Maar ik snap wel wat Bos
hiermee bedoelt. Altijd op weg, altijd maar aanpassen aan het nieuwe. En daarmee
niet jezelf kunnen zijn, zodat je altijd een vreemde bent.
Zo voelde ik mij toen ik de vraag kreeg over mijn
(toekomstige) huwelijksleven. Ik leef wat verloren tussen hier, nu, daar, toen,
altijd, overal, onderweg, thuis.
Onrust.
Misschien dat die onrust wel weggaat als ik een vrouw aan
mijn zijde heb. Maar daarvoor moet ik eerst in een diepe slaap komen. En het
moet me een rib uit mijn lijf kosten. Hopelijk ben ik daar spoedig aan toe.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten