maandag 13 mei 2013

65 jaar Israël


Morgen viert de Staat Israël haar 65e verjaardag. Geheel tegen de verwachting in. In de voorbijgaande jaren heeft Israël veel te verduren gehad. De ene oorlog na de andere. Momenteel huizen twee vijandige volken op het grondgebied aan de Middellandse Zee.
In de week voorafgaand aan de verjaardag van de Joodse Staat heb ik het boekje ’50 jaar Israël, hoe lang nog?’ gelezen van Pim Fortuyn. Het boekje is vijftien jaar oud, en geschreven door de socioloog die drie jaar later de politiek in ging.
Wat is er in die vijftien jaar gebeurt? Fortuyn zelf maakte de overstap van publicist en wetenschapper naar de politiek – het Rotterdamse gemeenteraadslid en de lijsttrekker van de Lijst Pim Fortuyn, werd ruim een week voorafgaand aan de landelijke verkiezingen vermoord.
In 1998 was Benjamin Nethanyahu premier. Nu is Bibi opnieuw de premier van zijn land. Yasser Arafat was de onbetwiste leider van de Palestijnen. De Palestijnen vormen nu in politieke zin een sterk verdeeld volk.
De voormalige professor neemt in zijn boekje ’50 jaar Israël’ duidelijk stelling in vóór Israël. Beter gezegd, Fortuyn is een pleitbezorger voor het voortbestaan van de seculiere Joodse Staat. Niet voor niets is de ondertitel  van Fortuyns boek ‘Tegen het tolereren van fundamentalisme’.
Fortuyn is hoopvol voor Israël, ondanks alle tegenslag die de staat heeft overwonnen. En er is hoop voor het eindeloze conflict in het Midden-Oosten, waar een Koude Oorlog heerst. Strijdende partijen moeten namelijk worden verlicht: geen fundamentalisme meer, maar geseculariseerde vormen van religie.
Volgens de wijlen politicus kennen het jodendom en het christendom door de bank genomen geseculariseerde vormen. Fundamentalistische joden en christenen zijn er nauwelijks meer. En als die extreme vormen er nog zijn, is het een kwestie van tijd: dan zijn ook de laatste der Mohikanen overgegaan tot het modernisme.
Het modernisme, dat is het humanisme. Volgens Fortuyn hét antwoord op alle vormen van ideologieën. Geen einde der geschiedenis, maar respectvol omgaan met elkaar. En niet het eigen geloof tot norm verheffen. Het jodendom en christendom hebben dat in het verleden wel gedaan, maar zijn nu geseculariseerd en daarmee cultuurdragers geworden. Geen beleidsmakers over de invulling van het religieuze.
Die kant moet het Midden-Oosten ook op. Wanneer de orthodoxe joden hun nederzettingen opgeven – de joodse variant op de Zuid-Afrikaanse Boeren -, en de moslims hun religie seculariseren, is vrede in Israël nabij.
Dat er sprake is van een Koude Oorlog tussen de islam en het modernisme, is helder. Drie jaar na de publicatie van ’50 jaar Israël’, vlogen de vliegtuigen in het World Trade Center in Amerika. Een ultiem bewijs van de strijd tussen de fundamentalistische moslims en het moderne Westen: mannen met baarden die het hart van de westerse economie treffen.
En toch, Fortuyn laat mijn handen jeuken. Als hij het heeft over de secularisering van de religie. Fundamentalistische christenen – laat ik mij daar maar tot beperken – vormen een uitstervend ras, en spelen nu een marginale rol.
Ik citeer: ‘De moderniteit heeft het christendom zijn fundamentalistische tanden evenwel effectief uitgetrokken en wat daar nog van over is, is folklore en hindert ons niet. Zo mag [Leen] Van Dijke van de RPF van mij best zeggen dat hij mensen die de homoseksualiteit praktiseren verwerpelijk vindt en dat zij ingaan tegen Gods wetten. Een kennis waarop een christenfundamentalist als Van Dijke het patent heeft. En ok al zou Van Dijke het hier morgen voor het zeggen hebben, dan nog zou het leefbaar zijn, omdat het ‘gif’ van de moderniteit ook hem heeft aangetast tot in de haarvaten van zijn denken, voelen, handelen en bestaan. Christendom en jodendom vormen dus geen enkele bedreiging voor de moderniteit, op wat splintergroeperingen na, die lastig kunnen zijn maar grosso modo over te weinig slagkracht beschikken.’
Dit stoort mij. Blijkbaar heeft het christendom anno 1998 te weinig laten zien waar zij voor staat. ‘De ware christen’ is niet naar voren gekomen. De boodschap van liefde en de oproep tot bekering, omdat we van onze Schepper genade hebben ontvangen, is niet breed gedragen in de maatschappij. Wat is daar vijftien jaar later over veranderd?
Welk beeld hebben christenen in de samenleving? Zijn gelovigen, die de Bijbel nog steeds serieus nemen, inderdaad folklore? Is de Biblebelt een soort openluchtmuseum voor verloren tijden? Het wordt tijd dat we ons als christenen beter en duidelijker manifesteren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten