Morgen viert
de Staat Israël haar 65e verjaardag. Geheel tegen de verwachting in.
In de voorbijgaande jaren heeft Israël veel te verduren gehad. De ene oorlog na
de andere. Momenteel huizen twee vijandige volken op het grondgebied aan de
Middellandse Zee.
In de week
voorafgaand aan de verjaardag van de Joodse Staat heb ik het boekje ’50 jaar
Israël, hoe lang nog?’ gelezen van Pim Fortuyn. Het boekje is vijftien jaar
oud, en geschreven door de socioloog die drie jaar later de politiek in ging.
Wat is er in
die vijftien jaar gebeurt? Fortuyn zelf maakte de overstap van publicist en
wetenschapper naar de politiek – het Rotterdamse gemeenteraadslid en de
lijsttrekker van de Lijst Pim Fortuyn, werd ruim een week voorafgaand aan de landelijke
verkiezingen vermoord.
In 1998 was
Benjamin Nethanyahu premier. Nu is Bibi opnieuw de premier van zijn land.
Yasser Arafat was de onbetwiste leider van de Palestijnen. De Palestijnen
vormen nu in politieke zin een sterk verdeeld volk.
De voormalige
professor neemt in zijn boekje ’50 jaar Israël’ duidelijk stelling in vóór
Israël. Beter gezegd, Fortuyn is een pleitbezorger voor het voortbestaan van de
seculiere Joodse Staat. Niet voor
niets is de ondertitel van Fortuyns boek
‘Tegen het tolereren van fundamentalisme’.
Fortuyn is
hoopvol voor Israël, ondanks alle tegenslag die de staat heeft overwonnen. En er
is hoop voor het eindeloze conflict in het Midden-Oosten, waar een Koude Oorlog
heerst. Strijdende partijen moeten namelijk worden verlicht: geen
fundamentalisme meer, maar geseculariseerde vormen van religie.
Volgens de
wijlen politicus kennen het jodendom en het christendom door de bank genomen
geseculariseerde vormen. Fundamentalistische joden en christenen zijn er
nauwelijks meer. En als die extreme vormen er nog zijn, is het een kwestie van
tijd: dan zijn ook de laatste der Mohikanen overgegaan tot het modernisme.
Het
modernisme, dat is het humanisme. Volgens Fortuyn hét antwoord op alle vormen
van ideologieën. Geen einde der geschiedenis, maar respectvol omgaan met
elkaar. En niet het eigen geloof tot norm verheffen. Het jodendom en
christendom hebben dat in het verleden wel gedaan, maar zijn nu geseculariseerd
en daarmee cultuurdragers geworden. Geen beleidsmakers over de invulling van
het religieuze.
Die kant moet
het Midden-Oosten ook op. Wanneer de orthodoxe joden hun nederzettingen opgeven
– de joodse variant op de Zuid-Afrikaanse Boeren -, en de moslims hun religie
seculariseren, is vrede in Israël nabij.
Dat er sprake
is van een Koude Oorlog tussen de islam en het modernisme, is helder. Drie jaar
na de publicatie van ’50 jaar Israël’, vlogen de vliegtuigen in het World Trade
Center in Amerika. Een ultiem bewijs van de strijd tussen de
fundamentalistische moslims en het moderne Westen: mannen met baarden die het
hart van de westerse economie treffen.
En toch,
Fortuyn laat mijn handen jeuken. Als hij het heeft over de secularisering van
de religie. Fundamentalistische christenen – laat ik mij daar maar tot beperken
– vormen een uitstervend ras, en spelen nu een marginale rol.
Ik citeer: ‘De
moderniteit heeft het christendom zijn fundamentalistische tanden evenwel
effectief uitgetrokken en wat daar nog van over is, is folklore en hindert ons
niet. Zo mag [Leen] Van Dijke van de RPF van mij best zeggen dat hij mensen die
de homoseksualiteit praktiseren verwerpelijk vindt en dat zij ingaan tegen Gods
wetten. Een kennis waarop een christenfundamentalist als Van Dijke het patent
heeft. En ok al zou Van Dijke het hier morgen voor het zeggen hebben, dan nog
zou het leefbaar zijn, omdat het ‘gif’ van de moderniteit ook hem heeft aangetast
tot in de haarvaten van zijn denken, voelen, handelen en bestaan. Christendom en
jodendom vormen dus geen enkele bedreiging voor de moderniteit, op wat
splintergroeperingen na, die lastig kunnen zijn maar grosso modo over te weinig
slagkracht beschikken.’
Dit stoort mij.
Blijkbaar heeft het christendom anno 1998 te weinig laten zien waar zij voor
staat. ‘De ware christen’ is niet naar voren gekomen. De boodschap van liefde
en de oproep tot bekering, omdat we van onze Schepper genade hebben ontvangen, is
niet breed gedragen in de maatschappij. Wat is daar vijftien jaar later over
veranderd?
Welk beeld
hebben christenen in de samenleving? Zijn gelovigen, die de Bijbel nog steeds
serieus nemen, inderdaad folklore? Is de Biblebelt een soort openluchtmuseum
voor verloren tijden? Het wordt tijd dat we ons als christenen beter en
duidelijker manifesteren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten